Visschotel met wortel- en bloemkoolgratin

Bereidingswijze

• Schil de wortelen en snij in fijne blokjes. Rits de blaadjes van de takjes tijm. Smelt de boter in een pan en voeg de wortelen en de tijm toe. Schep goed om. Voeg per persoon 2 eetlepels water toe. Kruid met peper en zout. Laat stoven tot het water verdampt is.
• Breng een pot gezouten water aan de kook. Snij de bloemkool in roosjes. Voeg de bloemkoolroosjes toe aan de kookpot en laat 10 minuten koken. Giet af en laat uitlekken.
• Verwarm de oven voor op 180 °C.
• Pers de knoflook. Doe de melk in een steelpannetje en voeg de knoflook toe, kruid met peper en zout. Laat opwarmen op een zacht vuur. Dep de vis droog met keukenpapier en snij in gelijke blokjes. Voeg de visblokjes toe aan de melk en laat ze 5 minuten pocheren. Schep ze dan terug uit de melk.
• Schep de wortelblokjes in een ovenschaal. Schep er de helft van de bloemkoolroosjes over. Schep hierop de visblokjes. Kruid met peper en zout. Verdeel hier de helft van de gratinkaas over.
• Doe de rest van de bloemkoolroosjes, de melk, peper en zout in een blender en mix tot een dikke saus. Je kan dit ook met een staafmixer doen. Voeg eventueel enkele eetlepels water toe. Schep de bloemkoolsaus over de vis. Strooi er de rest van de gratinkaas over en zet 12 minuten in de voorverwarmde oven.
• Zet de ovenschotel nog 4 minuten onder de grill van de oven, voor een mooi goudbruin korstje en serveer.