Kipschnitzel met appel-krieltjessalade met graanmosterddressing

Bereidingswijze

• Verwarm de oven voor op 200 °C. Was de krieltjes en halveer ze. Bedek een bakplaat met bakpapier en schik hier de krieltjes op. Besprenkel met de helft van de olijfolie, kruid met peper en zout en zet 20 minuten in de voorverwarmde oven. Schep halfweg om.
• Snij de sjalot fijn. Maak de blaadjes van de little gem los. Snij de helft van de citroen in partjes. Schil de appel en snij in staafjes. Besprenkel met wat citroensap.
• Meng de graanmosterd, de mayonaise, de sjalot, citroensap naar eigen smaak, per persoon 1 koffielepel water en peper en zout. Dit is de dressing.
• Dep de kipfilets droog met keukenpapier en snij overlangs open, zodat ze een grote lap vormen. Leg ze tussen plastiekfolie en sla ze plat met een stevig voorwerp, zoals een deegroller of de bodem van een kookpot.
• Doe de bloem, het ei (de eieren) en het paneermeel in aparte diepe borden. Klop het ei los. Kruid de kipfilets met peper en zout en dip ze dan eerst in de bloem, dan het losgeklopte ei en tenslotte het paneermeel.
• Verhit de rest van de olijfolie in een antikleefpan en bak de schnitzels mooi goudbruin, ongeveer 3-4 minuten aan elke kant.
• Meng voorzichtig de krieltjes, appel en de dressing. Serveer de kipschnitzels met de appel-krieltjessalade en blaadjes little gem. Geef er een partje citroen bij.