Cannelloni met ricotta en spinazie

Bereidingswijze

• Verwarm de oven voor op 200 °C. Snij de ui fijn. Pers de knoflook. Hak de spinazie grof.
• Breng een grote pot gezouten water aan de kook. Bestrijk de lasagnevellen met 1/3de van de olijfolie. Wanneer het water kookt, voeg je de lasagnevellen 1 voor 1 toe. Ze zullen misschien wat aan elkaar kleven, maar maak je geen zorgen, je kan ze straks gemakkelijk terug van elkaar halen. Laat 5 minuten koken en schep ze uit het water, laat naast elkaar drogen op een propere keukenhanddoek.
• Rooster de pijnboompitten in een antikleefpan zonder vetstof tot ze kleuren. Schep uit de pan. Verhit 1/3de van de olijfolie in de pan en voeg de spinazie en de helft van de knoflook toe. Roerbak tot de spinazie geslonken is. Schep uit de pan en laat uitlekken in een zeef.
• Verhit de rest van de olijfolie in de pan en stoof de fijngesneden ui en de rest van de knoflook aan. Voeg na 2 minuten de passata en de Italiaanse kruiden toe en laat de saus indikken op een middelhoog vuur. Kruid met peper en zout.
• Doe de ricotta in een kom en meng met de uitgelekte spinazie, de pijnboompitten en peper en zout.
• Leg de lasagnevellen voor je uit, halveer ze en bestrijk elk stukje met een laagje van de ricottavulling en rol op.
• Neem een ovenschaal en schep er de helft van de tomatensaus in. Leg de gevulde cannelloni in de schaal. Giet er de rest van de saus over. Bestrooi met de geraspte gratinkaas. Zet 25 minuten in de voorverwarmde oven. Serveer meteen.